Een antwoord voor Leo van Broeck
Beste Leo van Broeck
Het was verassend dat ons nederig onderkomen, zoals weergegeven in een artikel van de Standaard, uw zoveel zorgen baardt. De toon van uw relaas lijkt ons nodeloos neerbuigend en polariserend, en draagt zo weinig bij aan de positieve dialoog die nodig is om tot transitie te komen. En dat is jammer, want inhoudelijk heeft u wel degelijk wat te zeggen.
In de volgende tekst zal ik nodige context geven en de motivatie van de keuzes die wij hebben gemaakt kort toelichten. Het format van internetdiscussie leent zich niet optimaal voor een gesprek van deze aard, maar laten we toch een poging wagen.
Wij propageren niet dat iedereen zoals wij dient te leven. We vragen enkel dat er ruimte voor een tijdelijk experiment met alternatieve manieren van bouwen, wonen en leven komt waar we deze nieuwe woonvormen (het lichte wonen), kunnen kwantificeren en optimaliseren om de stedenbouwkundige diensten te dienen. Licht wonen omvat uiteenlopende woonstrategieën, verenigd door een gemeenschappelijk doel; de ecologische voetafdruk te minimaliseren door een minimum aan materialen, energie en ruimte te gebruiken om te wonen. Hierbij staat centraal dat er niet op woonkwaliteit wordt ingeboet; het idee is dat bewoners er juist op vooruit gaan. Er wordt hierbij ingespeeld op veranderende vraag op woningmarkt waarin momenteel een grote groep niet aan hun trekken komt.
Op sommige plekken kunnen 'lichte woonwijken' allicht een interessante toevoeging zijn aan de stedelijke lappendeken, en een vaste plek verwerven (zoals bijvoorbeeld in falgatuinen in Den Helder of het nieuwe Minitopia project in Eindhoven). Maar mijn inziens is er nu eerst noodzaak aan onderzoek; tijdelijke woonprojecten waar onderzocht wordt of zo'n wijk op vlak van woonkwaliteit, densiteit en duurzaamheid kan voldoen. Enkel door iets te proberen, kunnen vaststellen of iets al dan niet werkt. Een gedetailleerde argumentatie voor het project dat wij voorstellen, Stadsdorp, past niet in dit bericht. Ik zou het graag eens met uw kritische blik doornemen middels een ontmoeting. Het project zit immer nog in een vroeg stadium, en alle input is van harte welkom.
Stadsdorp
Terug naar het begin. Onze huidige woonvorm is tot stand gekomen in een heel specifieke en uitzonderlijke context: De tijdelijke invulling. Wij hebben ons gevestigd op ‘brown fields’ in dienst van beheerders ten einde de sites veilig te stellen van vandalisme of erger, en daarmee de sociale en culturele activiteiten mede mogelijk te maken (bijvoorbeeld op DOKgent). Dat is een bezigheid van algemeen nut, en overigens geen gemakkelijke, zeker niet geschikt voor iedereen. Het pionieren op de ‘brown fields’ bracht ons tot verschillende woonvormen, zowel verplaatsbaar als licht. Steeds hebben wij, gelet op de situatie waarin wij ons bevonden, met de tot ons beschikbare kennis, de meest ecologische keuzes gemaakt. Dat uit zich vooral in het recycleren van eigenlijk alles, een tijdrovende maar leuke en ecologisch relevante bezigheid. Gaandeweg kwam er meer en meer reacties, van mensen die vergelijkbare lichte woonvormen wilde realiseren. De ongekende populariteit van het lichte wonen, deze bottom-up beweging in de architectuur, resulteerde in een grote vraag naar een plek waar dat soort initiatieven ontplooit kunnen worden. Talloze innovatieve ideeën van een zeer gemengd publiek passeerden ons, keer op keer gefrustreerd door het gebrek aan infrastructuur voor zulke woonvormen. Daar ligt het begin van Stadsdorp, het een plaats willen geven van al die prachtige ideeën en experimenten. Waarom niet een ‘brown field’ tot een tijdelijk ‘licht dorp’ transformeren, waar innovatieve ontwerpen en ideeën in de praktijk onderzocht kunnen worden? Hierbij baseren wij ons deels op Minitopia in Den Bosch, een vergelijkbaar tijdelijk project. Wij mikken echter wel op een groter onderzoekscomponent dan in het huidige project in Den Bosch. Het is opnieuw zeker niet het idee dat iedereen zo moet gaan leven, eerder een plek voor artiesten, architecten, designers of anderen die een innovatief idee willen uittesten. We mikken daarbij niet op de standaard Tiny Houses, dewelke vanuit het experiment minder interessant zijn.
Het artikel in de standaard was geenszins een uiteenzetting van Stadsdorp, er wordt enkel vermeld dat we eraan bezig zijn. Uw aannames over de concrete vorm van het project missen daarom een beetje het punt. De 25 woningen per hectare is bijvoorbeeld het streven voor Vlaams stedelijke omgeving, vandaar dat het in het artikel genoemd wordt. Wat niet wil zeggen dat je niet makkelijk stukken hoger kan (en moet) met een lichte woonwijk. Hoe dat concreet in te richten hangt natuurlijk af van de beschikbare grond, de balans gemeenschappelijke versus privé grond op de kavel, etc. Er zijn genoeg voorbeelden van tijdelijke projecten, en een paar permanente, waar u zich kan informeren met concrete voorbeelden. Bij dorp praten we overigens over een tiental projecten.
Ook het principe vrijstaande woning is niet per definitie een eigenschap van een lichte woning. Stadsdorp baseert zich op vrijstaande units, maar dat is een ook een beperking die uit de tijdelijkheid voortvloeit. De thermische compactheid is inderdaad minder, dat is een nadeel. Het punt is ook niet om de meeste energie efficiënte woonvorm te vinden. Het punt is ruimte te bieden aan een nieuwe manier van wonen en bouwen, die een zeer groot maatschappelijk draagvlak geniet, en waar allicht in de toekomst interessante woonvormen uit kunnen voortvloeien. Een reductief technologische aanpak lijkt me niet aangewezen, aangezien niet enkel de technologie, maar ook de cultuur een grote driver is van maatschappelijke verandering. Sociale en culturele factoren lijken te ontbreken in uw discours, terwijl daar juist winst valt te behalen voor transitie. Met Stadsdorp willen we vragen stellen en onderzoeken wat een goed huis en een goed leven is. Een ruimte waar we kunnen beginnen met het beantwoorden van die vragen in het licht van de uitdagingen rond transitie lijkt me actueel en nuttig. Transitie moet niet slechts pakket van opgelegde geboden en verboden zijn, hoewel deze geboden en verboden hoe dan ook nodig zijn. Het moet een beweging zijn waar mensen in mee willen en die inspireert.
Onze Ger Specifiek
Dan nog een paar punten die specifiek over onze Ger gingen. Allereerst de houtkachel. Ik ben het met Greta eens dat biomassa van de lijst met hernieuwbare energie gehaald moet worden. Toch hebben we voor de Ger gekozen om een houtkachel te plaatsen, uit verschillende overwegingen. Onze verwarmingsbron moet niet locatiegebonden zijn (verplaatsbaar) en betaalbaar. Daarnaast werk ik met hout en heb ik perfect schoon en droog hout tot mijn beschikking, te klein om nog iets anders van de maken. Ik heb alle moeite gedaan om de nadelen van de houtkachel, waar ik me ter degen bewust van ben, te minimaliseren. De Ger is goed geïsoleerd, dus er ontsnapt niet veel warmte. De kachel stoken we kort en heftig (dat geeft minst vieze uitstoot, om niet te zeggen meest schone), met luchttoevoer. De hitte wordt vervolgens opgeslagen in de thermische massa van de tegelkachel (200 kilo), en stuurt deze langzaam weer in de Ger. Die massa vormt een buffer zodat we in onze kleine geïsoleerde ruimte toch heet en dus efficiënter kunnen stoken. Ik pretendeer niet dat dit de ideale oplossing is, enkel dat het in onze specifieke context, met de uitzonderlijke eisen die ons nomadisch bestaan aan onze woonst stelt en met ons budget, de meest ecologische oplossing voor verwarming is die we konden bedenken.
Het vergelijken van onze Ger met een conventioneel locatiegebonden huis is appels met peren vergelijken, omdat het een verplaatsbare inrichting is. De Ger is gemakkelijker te verhuizen dan een woonwagen. Het kost een dag om af te breken, en een dag om op te bouwen. Mochten we ons ergens voor langere periode kunnen vestigen (bijvoorbeeld in Stadsdorp, waar we op minimaal 5 jaar mikken), kunnen we meer verplaatsbaarheid opofferen voor efficiëntie. De Ger heeft ons niet veel geld gekost, maar heel veel arbeid. Opnieuw is het recycleren van materiaal een grote inefficiënte qua tijd. Daarin spreekt wel onze ecologische toewijding, recycleren voorkomt zowel emissies voor verwerking van het materiaal als afvalproduct als de emissies die zouden ontstaan bij fabricage van het materiaal als we het nieuw zouden kopen. Veel duurzame technologie is voor ons ook jammergenoeg te duur. Voor twee jonge mensen die werken in de culturele sector waren de afgelopen jaren niet bepaald vette jaren. Wat niet wil zeggen dat we onszelf niet prima kunnen redden, we willen enkel benadrukken dat economische factoren ook beperkende factoren zijn voor het integreren van duurzame technologie.
Tot slot zou ik u nog willen meegeven dat het vrij gemakkelijk is om mensen die uw visie niet delen af te kraken en tot karikatuur te maken (Smurfen? Is dat echt nodig?). Een fenomeen wat lijkt te groeien, een ontwikkeling die mij zorgen baart. Veel productiever is het een positieve dialoog aan te gaan. Draagvlak voor transitie is onontbeerlijk, en met uw attitude zie ik niet hoe u bijdraagt dat draagvlak te verbreden. Integendeel, u lijkt te polariseren en daarmee het draagvlak juist te verkleinen. Bij de COVID epidemie is gebleken en blijkt nog steeds hoe belangrijk het is dat iedereen mee is met de maatregelen die in ieders belang genomen worden, bij transitie is dat niet anders.